VINCENT VAN GOGH TOCH UIT EINDHOVEN?

Eindhoven had in de 80-jarige oorlog van 1568-1648 flink te lijden van Hertog van Alva (1507-1582),  de beruchte veldheer en gouverneur der lage landen uit Spanje. Gehaat om zijn belastingpolitiek, geloofsvervolging en Bloedraad. Hij liet 11.000 mensen verbannen en duizenden terechtstellen.  

Er was toen een bolwerk in Eindhoven van gereformeerden die hun leven lang niet zeker waren. Velen zijn vanuit Nederland gevlucht naar alle windstreken en buitenland. Maar volgens het onderzoek van Leo Adriaansen zijn ook een aantal protestanten vanuit Eindhoven naar het Duitse Goch gevlucht. Gogh was voorheen ook al eens Nederlands grondgebied geweest en was vlak over de grens, een paar kilometer van Boxmeer. 

Het plaatsje Goch was zo ontvankelijk omdat het vooral een textielstadje was en ook in Eindhoven deze industrie een van de hoofdactiviteiten en specialiteit was. 

Blijkbaar zijn, volgens Adriaansen,  minstens 34 protestantse inwoners verbannen wegens hun geloofsovertuiging alhoewel ook een aantal werden vrijgesteld. 

Rond 1580 zijn toch de meesten vertrokken en is Eindhoven weer katholiek alhoewel het protestantisme niet geheel verdwenen was. 

Een aantal Eindhovense linnenhandelaren trok naar Goch. Leo Adriaansen heeft dat beschreven en ook in het boek van L.G.A. Houben komt dat voor als hij "de geschiedenis van Eindhoven" beschrijft, op 21 juli 1889. Wilem Michels  van de lakenververij "de Blauwe Hand", Pieter Wouters, Schouten en Dierick van den Dael waren onder hen. 

Goch was een vluchtelingengemeente bij voorkeur en de kennis van de linnennijverheid was zeer welkom.

Rond 1585 waren Jacob Peters (Veldhoven), ouderling Aert van Tatenbeeck (linnenkoper te Eindhoven), zijn zwager Kaevers Toenen en ouderling Jacob Gerrits leden van de kerkenraad in Goch. De kerkenraad daar bestond uit een predikant en 2 (later 4) ouderlingen, 2 diakens en enkele "bijzitters".

Gedurende migratie  vertrokken er aardig wat Eindhovense gereformeerden vanuit Goch naar Haarlem, o.a. 45 verhuisden  en uit de omgeving van Eindhoven nog 13 met onbekende namen. 

Als beroep hadden ze linnenwever en/of koopman en linnenblekers. Van de kooplieden legden de meeste zich toe op handel in garen, vlas en lijnwaden. 

Meestal worden alleen de mannelijke gezinshoofden geteld. Bijvoorbeeld Willem Michiels uit Eindhoven kwam met  moeder, broers en zusters en Willem Verschuyl,  eveneens uit Eindhoven en, met zijn vrouw en 6 kinderen.

   

 

De handelscontacten, ook met Haarlem, zouden intensief blijven. De voormalige Eindhovense gereformeerden schonken boeken en legaten aan hun geloofsgenoten omdat een aantal toch armlastig geworden was.   

De Brabanders hebben een blijvende positieve  invloed op de linnenproductie, bewerking en handel.

Spanje zou uiteindelijk ook Goch bezetten en ook daar werd de gereformeerde gemeente uitgedund omdat men stilletjes naar Haarlem was vertrokken waaronder ongeveer 45 personen oorspronkelijk vanuit Eindhoven en allemaal uit de linnen industrie.

Mogelijk hebben een aantal mensen die Goch verlieten zich weer ingeschreven in hun nieuwe woonplaats in Nederland als komende "van Goch" waardoor een naamsverandering kan zijn ontstaan maar daar is helaas niet achter te komen tot nu toe.

Natuurlijk zijn veel gereformeerde mensen uit deze regio naar Goch gegaan en van daaruit verder getrokken. Vaak werden de naamaanduidingen gevolgd met de toevoeging "van Goch".  Of dat nazaten heeft opgeleverd die gerelateerd kunnen worden aan de voorouders van Vincent van Gogh zou misschien kunnen, maar zou ook zeer speculatief kunnen wezen.

Vincent zelf schrijft wel dat er generaties predikanten in de familie zitten en hij volgde ook onderwijs daarvoor. Hij zou prediken in de Borinage en in Engeland als hulppredikant en zelfs op het randje van geloofsfanatisme geraken. De dominee en grootvader van Vincent van Gogh (1789-1874) uit Breda huwde met Elisabeth Huberta Vrijdag  en zouden 12 kinderen krijgen waaronder  de predikant Theodorus en vader van Vincent (1790- 1857). Deze grootvader en dominee  was weer de zoon van een gouddraadtrekker Johannes van Gogh (1763-1840) en Johanna van der Vin. 

Waarna  we de vroegere (goud)draad van beroepen en locaties kwijtraken of moeten gaan zoeken in Goch of bij de repatrianten.

Ook zijn een aantal van Gochs in Amerika en Canada gesignaleerd. Maar dat zou dan later moeten wezen zoals vele Nederlanders vanaf 1847 uit Zeeland, Holland, Utrecht, Drenthe et cetera onder leiding van Dominee van Raalte zijn vertrokken naar de USA alsmede vanuit Duitsland vanuit Hamburg.

Dit is ook allemaal opgetekend door Adrian van Koevering in het boek "legends of the Dutch".

Op de passagierslijsten van die tijd en namen van kerkleden komt de naam echter niet voor. Deze mensen startten hun nieuwe Gemeenten en congregaties hoofdzakelijk in Michigan. 

In de 17e en 18de eeuw zijn er nog verschillende van Gogh's met hogere en lagere maatschappelijke posities.

David van Gogh de gouddraadtrekker en zijn zoon Jan behoorden tot de Waalsche Gemeente.
Een 2e zoon David was beeldhouwer en moet ooit in Parijs geweest zijn.
Andere van Gogh's of geschreven Goch, waren in 1635 soldaat tambourijn der Cleuveniersdoelen (den Haag) en vanaf 1642 o.a.  Zliverbewaarder.



Bronvermeldingen:

  • Leo Adriaanssen;
  • L.G.A. Houben (geschiedenis van Eindhoven);
  • Adrian van Koevering (Legends of the Dutch);
  • enmet dankzegging aan Eugene van Heijnsbergen, voor zijn informatie. 


 

 
- Goch -

- vervolging -


- Albertus C -


- Alva -