ANTON PHILIPS

 
Afbeelding invoegenWat bezielde Anton Philips om in 1898  het schilderij de Vleermuis van Vincent van Gogh aan te kopen? Het was nog geen 10 jaar na het overlijden van Van Gogh.
Vincent was al in november 1885 naar Antwerpen vertrokken. Anton was,  pas getrouwd op 24 jarige leeftijd met zijn bruid Annetje de Jong, zojuist aan de Vestdijk gaan wonen. Het moet vast geen vrolijk vooruitzicht geweest zijn voor de toekomstige kindertjes van het jonge paar om het schilderij, wat hij zelf de "Vampire" noemde, aan de muur te hebben hangen en het is niet bepaald om vrolijk van te worden. Hij kocht het schilderij voor 375 guldens via een Rotterdamse kunsthandelaar.
Vincent van Gogh bezocht vaker Eindhoven in de periode van 1883-1885 en het was pas 8 jaar geleden dat hij  in 1890 in Auvers bij Parijs was gestorven en er nog geen overweldigende naam of belangstelling van de experts in die tijd was opgebouwd. 
Alhoewel Anton ook "de Eendjes" van Willem Maris en "Cavalier" van Breitner had gekocht en ook het aquarel "de Drie Waspitten". 
Anton was al vroeg een kunstcollectie aan het verzamelen. Maar dat waren vooral de klassieken , bronzen en koperen kannen en Delfts blauw. Zeker de avant-gardistische uitvoeringen van die tijd, kan bijna zijn smaak niet geweest zijn. Het schilderij "de Vleermuis" is gedateerd door de experts en zou in de herfst 1886 te Parijs tot stand gekomen moeten zijn. Alhoewel op vggallery als datering reeds oktober/november 1885 genoemd wordt en moet dan wel een van zijn allerlaatste werken zijn die hij in Nederland maakte zoals die van de Genneper Watermolen in november in de vrieskou.
Vincent nam  inderdaad in 1886 te Parijs ook lessen op het atelier bij de kunstenaar/docent Cormon en in de studio’s zijn vaker opgezette dieren gebruikt als model en om te oefenen. 
Deze vleermuis lijkt ook opgezet, maar dan met open oogjes, dus een beetje bizar. Het is een fors schilderij, olieverf op linnen met afmetingen van 41 x 79 cm en hangt tegenwoordig in het van Gogh Museum in Amsterdam.
Waarom dat schilderij en wat waren de motieven?
Natuurlijk waren Gerard, de oudere broer, en jonge Anton gefascineerd betreffende LICHT en de vleermuis is duidelijk met tegenlicht geschilderd en zou dat Anton juist daarom hebben aangesproken?
Of waren het de radar kwaliteiten in het donker van het dier wat hem intrigeerde? 
In het begin van zijn verzamelingen verwierf Anton kunstwerken via Kunsthandel Jeschar in de Rechtestraat te Eindhoven. Later  kocht hij ooit een schilderij van Jan Steen  wat in de werkkamer van zoon Frits heeft gehangen in zijn huis "de Wielewaal". 
Frits vertelde me dat het een beetje op zijn vader leek en dat vader Anton kon hinniken van het lachen. 
Anton kocht wat hij mooi vond, zonder een bepaald thema, periode of stijl. Anton Philips had zelf ook een neus voor toekomstige technologische oplossingen alhoewel dat niet zijn expertise was. Hij zou zich ontwikkelen met dat natuurlijke gevoel voor "richting" en daarop zijn beslissingen baseren. Dat was zijn methode en talent als geniale marketingkoopman en financieel genie, om de concurrentie voor te blijven.
 
1
 
Eduard Stoot (1848 -1917).
 
In Eindhoven kon Anton al met werk van Vincent van Gogh in contact zijn geweest via zijn eerste boekhouder voor halve dagen, Eduard Stoot. Deze had eerst tegenover de Sint Catharinakerk in Eindhoven, voorheen een uitspanning/koffiehuis gehad waar het Eindhovens Mannenkoor gehuisvest was en nu meneer Thomas heet en genoemd naar de stadsarchitect van Dijck en zich zou verplaatsen naar het Stationsplein.
Deze Eef was toen al ook de fotograaf die de eerste werknemers in 1891 op de gevoelige plaat vastlegde waaronder de lampen-maakstertjes Maria Bogaars, Adriana van Buul en haar vader die de machinist was in het jonge bedrijf en prominent een pet dragende E. Woschke, de glasblazer. 
Ook de eerste foto’s maakte hij van het Philipsfabriekje aan de Vijkstraat, oorspronkelijk via de ingang aan de Vrijstraat en later aan de Emmasingel.
Eef Stoot was een veelzijdig talent en  kon van alles. 
Hij  maakte ook karikaturen en reclame tekeningen voor Anton Philips en schroomde niet om zijn eigen baas daarbij af te beelden. Het was  voor de communicatie van groot belang en ook gewaardeerd door de klanten van die tijd.
Ook maakte hij vogelvluchtperspectief tekeningen van de Philips gebouwen en daar was wel wat verbeeldingskracht bij nodig.
Eef Stoot werd de uitbater van een hotel-restaurant-biljart "La Station" op het Stationsplein wat pas na 1891 gebouwd is en hield daar vaker kunst en verkoopexposities. 

  
 
Hij zou daarna nog zijn eigen agentschap als handelsreiziger in de Dommelstraat hebben gehad maar dat was toch wel enige tijd daarna. 
Maar mogelijk kan Eef Stoot op de geschiedenis van die merkwaardige en eigenzinnige kunstenaar van Gogh en zijn werk gewezen hebben maar ook wel Anton Kerssemakers die elkaar vaker ontmoet zullen hebben bij Apollo's Lust welk gevestigd was naast het huis van Gerard Philips en waar later hotel Cocagne is gebouwd. Trouwens kwam Anton in een villa schuin tegenover te wonen voordat hij "de Laak" liet bouwen.  
Een karakterschets van Vincent  moet Anton aangesproken hebben toen hij er van hoorde als er herinneringen over die zonderling moeten zijn verteld.
 
2
 
Anton Kerssemakers (1846 - 1924) woonde aan de Parallelweg 9-hoek Vestdijk.
 
Hij had leerlooierijen; werd tabaksagent totdat hij zich kunstenaar ging noemen. Hij was een verdienstelijk amateur kunstenaar en heeft een zeer kameraadschappelijke verhouding met Vincent van Gogh gehad. Enige correspondentie is bewaard gebleven en komt in de brieven 17 x voor. 
Als  leerling van Vincent  gingen ze samen naar het nieuwe Rijksmuseum in Amsterdam, ontworpen door Pierre Cuypers zoals ook het Centraal Station, maar ook de Sint Catharinakerk en het huis van Anton Kerssemakers aan de Keizersgracht te Eindhoven en bezochten Antwerpse tentoonstellingen. 
Toon Kers verhaalde nog vaak zijn herinneringen aan van Gogh in de "Groene Amsterdammer" in april 1912 en woonde  nabij het station, exposeerde en verkocht op de locatie "La Station" van E. Stoot (die daar naartoe was verhuisd) zijn werk voor goede doelen, of stelde ze beschikbaar via een loterij voor 1 gulden per lot.
Dat was wel al 9 jaar later, toen van Gogh in 1885 vertrokken was naar Antwerpen. 
Vincent had al vanuit het atelier van Kerssemakers, waar ze samen vele stillevens schilderden, ook de kolenopslag van het station in de winter als een voorbeeldje gedemonstreerd. 
Samen werkten ze ook aan de schilderijen van de Genneper Watermolen in Gestel.
Toon Kerssemakers was bestuurslid van de Koninklijke Harmonie Apollo’s Lust die aan de Vestdijk een pand hadden met tuin en hielden bijeenkomsten, voorstellingen en optredens. In de 2e Wereldoorlog verwoest net zoals het huis van Kerssemakers tijdens het Sinterklaas bombardement 6 december 1942.
Op sommige zondagen kwam Vincent van Gogh daar naartoe om zijn vriend te ontmoeten of ze gingen daarna naar het huis van Toon Kers. 
Toon Kers bewaarde ooit enige tijd het schilderij "de Aardappeleters" voor Vincent omdat deze bang was om te verprutsen als hij het in de buurt zou hebben.
 
Brief 404 - Vincent schreef aan Theo in Parijs 31 april 1885 (extract):
"Ik geloof dat de aardappeleters wel af zullen komen; de laatste dagen zijn voor een schilderij altijd gevaarlijk zooals ge weet, omdat in niet geheel drogen toestand men er met de grote kwast niet meer aan kan komen zonder de goote kans ’t te bederven. En de veranderingen heel bedaard en kalm moeten worden gedaan met een klein penseel. Daarom heb ik het eenvoudig weggebracht en tegen mijn vriend gezegd dat hij maar moest zorgen ik ’t op die wijs niet bedierf, en dat die kleine dingen bij hem zou komen doen. Gij zult wel zien, het oorspronkelijkheid heeft. Gegroet, het spijt me dat ’t niet klaar was tegen heden, nogmaals gezondheid en sereniteit U toegewenscht. Geloof me met een hand druk, t,a,t. Vincent." 
 
Het schilderij was  in bewaring gegeven bij Toon en mede  daardoor gespaard gebleven en gelukkig kunnen we per vandaag nog genieten van dit meesterwerk en stukje historie.
Een paar honderd meter daarvandaan zou in het nieuwe verbouwde Philips Museum, met als curator Olga Coolen, de print van de Aardappeleters een prominente plaats krijgen als een hommage aan van Gogh en zijn tijdgenoten, onder het licht van slechts een spaarzaam olielampje. 
Het elektrische licht  en lampen zouden de grootse sociale veranderingen teweeg brengen.
Vincent gaf  Toon Kerssemakers bij zijn vertrek naar Antwerpen een van zijn mooiste schilderijen cadeau "Herfstlandschap met 4 bomen".
Ook Anton Philips zou  vaak vertoeven bij Apollo’s Lust aan "een herentafel" en zelfs meedoen aan figuurrijden met de fiets in de zaal. 
Maakte Philips daarom ook fietsdynamo’s in die tijd om in het donker te kunnen rijden? 
Uiteindelijk is uit de motor van die dynamo de succesvolle Philishave ontstaan.
Dus ook Toon Kers kan over een zekere Vincent van Gogh en zijn onconventionele manier van denken en gedrag hebben verteld tijdens hun bezoeken aan Apollo’s Lust waarbij wonderlijke verhalen niet van de lucht zullen zijn geweest.
De Vereniging de Bouwkundige Vakken was daar thuis om te vergaderen en de voormannen van de toenmalige industrie en cultuur kwamen daar samen. Ze hadden allemaal het doel om de vakmensen op te leiden voor hun fabrieken maar cultuurbeleving stond daarbij hoog in het vaandel van hun doelstellingen.
 
3
 
Dimmen Gestel (1862 - 1945)
 
Lid van de Vereniging de Bouwkundige Vakken werd ook Dimmen Gestel die als getalenteerde  en professioneel opgeleide lithograaf/drukker en ook vooral jonge vriend van Vincent met hem door Tongelre zwierf om te schilderen. 
 
 
Hij zou zijn herinneringen verhalen (1930) met 15 afleveringen in het Eindhovens Dagblad. 
Zijn broer Dirk had, met hulp van lithograaf Klaas Verlaan van hun drukkerij, nog de litho van "de Aardappeleters" gedrukt in flinke aantallen.
P.J. Schoonenberg was aangetrouwde familie van Gestel. Deze assisteerde in de business van de drukkerij Gestel & zn.  maar was ook bij Philips directeur van de Glasfabriek. 
Zo kwam het ook dat Dimmen Gestel ontwerpen maakte  en de firma voor Philips reclamemateriaal drukte. 
Ook deze familie kan de geschiedenis van de aanwezigheid van Vincent onder de aandacht gebracht hebben bij Anton Philips. Vincent zat daar bij hen wel eens te wachten totdat Dimmen thuiskwam van zijn schilders tochten. 
Vincent verkreeg ook drukinkten om o.a. zijn schilderijen of tekeningen donkerder te maken.
  
4
 
In de Vrijstraat was de bierbrouwerij "de Haes", waar nu V&D gevestigd is, met als directeur Joseph van der Harten (19 -12 -1852 /18 - 03 -1925). 
Er was in 1896 ook een ingang via de Vijkstraat waar Gerard Philips zich zou gaan vestigen. 
In de Rechtestraat huurde Anton, zoals broer Gerard met gezamenlijke zitkamer, bij pension Kluytmans in 1896. 
Vincent van Gogh zal vaker het voormalige zeemleer-fabriekje gepasseerd zijn als hij zijn leerlingen les had gegeven of als hij ingrediënten kocht bij Apotheek/drogist Hendrik Vrijman zoals Copiava balsem of zijn huisarts Karel van de Loo in de Willemstraat consulteerde voor zijn moeder of zichzelf. Anton gebruikte zijn maaltijden met Gerard in "het Posthuis" op de markt waar ze een herentafel hadden en de notabelen van Eindhoven elkaar op vaste tijden ontmoetten.
Buiten Gerard waren dat ook de dokter, griffier van het Kantongerecht, inspecteur van het Kadaster en de ontvanger der belastingen. 
Van der Harten als vriend van Toon Kers en Driekske van Gardinge, de directeur van de Teekenschool, was ook goed bekend met Vincent die hem ooit  uitnodigde in Nuenen om naar de verzameling vogelnesten te komen kijken, echter voor de schilderkunsten van Vincent had hij minder waardering.
Van der Harten was ook uitbater van "Concordia" op de markt (het latere  "Poort van Kleef") en hij stond bekend als preparateur en zette hij dieren op, zelfs tot het formaat van een paard. 
Zou hij "de Vleermuis" kunnen hebben opgezet zoals van Gogh kenner Jack van Hoek als eens suggereerde?
"De Vleermuis” heeft een datering in Parijs 1886 en dus een jaartje later dan Vincent in deze regio vertoefde, maar wie weet had Vincent het ooit eerder vanuit Eindhoven verstuurd naar zijn broer in Parijs, met zijn andere zendingen. In de Rechtestraat was van Gend en Loos gevestigd die diensten hadden voor pakket en personen vervoer. Het was een paar deuren verwijderd van de winkel van Jan Baijens van waar Vincent zijn materialen betrok.
 
PS
 
Vincent van Gogh zou nooit meer terugkeren naar Nederland en liet zijn werken en bezittingen in 3 kisten naar zijn moeder Anna van Gogh sturen in Breda. Zij mocht niet langer dan een jaar na het overlijden van de Dominee Theodoor op de pastorie blijven wonen te Nuenen. 
Uiteindelijk is het werk door  timmerman Schrouwer daar van zolder gehaald en via  belastingambtenaar Marijnissen uit Breda en de gebroeders Couvreur en veiling Mouwen en vooral door toedoen van H.P. Bremmer  in 1903 bij Kunsthandel Oldenzeel in Rotterdam terecht gekomen. Er wordt gesproken over 250 schilderijen en tekeningen uit zijn Hollandse tijd. Er is zelfs werk van schilderijen en tekeningen op een handkar voor een paar centen verkocht en veel vernietigd en verloren gegaan of in andere handen terecht gekomen.
Uit later onderzoek is gebleken dat veel van het werk van Vincent is vervalst en tekeningen op papier van NA 1900 zijn vervaardigd. Er is ook gezegd dat er in die tijd in Brabant vervalsingsfabrieken bestonden. In 1899 werden er al vervalste van Goghs verkocht in Parijs.
In 1932 zou een groot proces plaatsvinden in Berlijn tegen Kunsthandelaar Otto Wacker met tientallen experts die een aantal vervalsingen zouden aanwijzen welke gemaakt zouden zijn door zijn broer Leonard. Daar waren geen Brabantse voorstellingen bij.
Of we betreffende "de vleermuis" in het duister moeten tasten ………… zullen we ons maar niet afvragen.
 
 
Naslagwerk o.a. Anton Philips:  
 
De Mens/Ondernemer door Prof. Dr. P.J. Bouwman, 1956;
De strijd om de echte Vincent van Gogh: Henk Tromp; 
Vincent van Gogh - de brieven: Van Gogh Museum;
Diverse publicaties van Karel Vermeeren.
 
Peter Nagelkerke,  Mei 2013. 
 

Afbeelding invoegen