VINCENT VAN GOGH EN ZIJN BLIKKEN SCHILDERSKISTJE


MET DANK AAN DR. ANNETTE KLEINE EN INGO SPRENGER

Afbeelding invoegen
 
Vincent van Gogh schrijft aan zijn broer Theo in Parijs in zijn brief 532 (tussen 25-09-1885 - 29-09 1885):
"Ik heb verf laten komen van Schoenfeld in Dusseldorff van een paar kleuren die ik hier niet goed krijgen kan. Dat het schilderij van "de Aardappeleters" van kleur niet goed is ligt, voor een deel althans, aan de verf. Ik ben er aan herinnerd omdat ik een groot stilleven schilderde waar ik soortgelijke toonen zocht, er weer niet tevreden over zijnde omdat ik er weer dezelfde dingen kreeg van toen, het overmaakte en van die ondervinding uitgaande zou ik veel beter gekregen hebben met Mineraal Blaauw wat ik nu heb, dan met hetgeen ik tot nu toe had."
Het blauw wat van Gogh toen had was Indigo-blauw, iets grover en lichter dan Pruisisch blauw.
Uit de correspondentie van Anton Kerssemakers in de Groene Amsterdammer (14-04-1912) weten we dat Vincent van Gogh tijdens hun uitstapje naar Amsterdam een blikken koffertje bij zich had. In de wachtkamer van het stationsgebouw heeft hij daar snel een paar Amsterdamse stadsgezichten gemaakt.
 
Ook in zijn brief 534 van 10-10-1885 aan Theo vertelde hij:
"Ik heb verscheiden stillevens ingepakt die ge volgende week ontvangen zult met nog 2 souveniers van Amsterdam die ik vlugt nog snapte & ook een paar teekeningen."
En verderop:
"De twee plankjes die ik in Amst. schilderde zijn in vliegende haast gedaan, ’t notabene in de wachtkamer van het station toen ik wat te vroeg voor de trein was, ’t andere 's morgens voor 10 uur naar het museum ging. Toch stuur ik ze U bij wijze van tegeltjes waar men dan toch met eenige vegen iets op gegooid heeft."

 
In de brief van Anton Kerssemakers (23-06-1914 aan J. Briedé) waarbij hij het atelier bij koster Schafrat in Nuenen beschrijft vanuit zijn herinnering, staat dat heel vaag te lezen. Het is moeilijk te ontcijferen dat Vincent bij Schoenfeld ook een blikken schilders kistje had besteld wat goed gevuld was (zie bijlage en Engelse vertaling). Volgens Toon Kerssemakers had Vincent een boel moeite moeten doen om ze te bemachtigen.
Heeft hij dat direct met Schoenfeld gedaan of via Jan Baijens of misschien wel zelf gaan halen? De heer Ingo Sprenger van de firma Lukas liet me bij navraag weten op 12-02-2013 dat er een catalogus uit 1891 gered was uit hun archieven, na het bombardement op het bedrijf in 1943.
 
Inderdaad waren dat soort kistjes in hun product programma aanwezig en stuurde hij me wat kopieën van verschillende soorten uitvoeringen uit hun assortiment.
 
Ook Dimmen Gestel verhaalde in zijn herinneringen in het Eindhovens Dagblad dat Vincent een bungelend schilders kistje met zich meedroeg. Tot nu toe schijnt nauwelijks het verband gelegd tussen Vincent en zijn kistje van Schoenfeld en de heer Ingo Sprengers, die dat bevestigde, was dus heel blij dat te horen. Ze waren al trots dat Vincent van Gogh klant was geweest voor hun producten zoals de verf, maar ook nog een andere bestelling voor een kistje was hen ontgaan en waren dus heel verrast met de vondst in de brief van Kerssemakers (23-06-1914).
Vincent heeft dus, om zich gemakkelijker te kunnen verplaatsen, zich een hanteerbaar koffertje aangeschaft om alles direct bij de hand te kunnen hebben. De aanschaf van een dergelijke kostbaar gereedschap heeft hij dus moeten besparen op andere kosten of zou het een cadeautje geweest zijn?
 
De bedoelde werken uit Amsterdam zijn: JH944 Stadsgezicht (19x25,5cm-oktober1885); JH945 Stadsgezicht in Amsterdam oktober 1885 (olieverf, linnen op hout 33x47cm) echter toeschrijving omstreden; JH947 Stadsgezicht met gracht en ophaalbrug (42x49,5cm, olie op hout, 10 oktober 1885); JH973 Ruyterkade (20,5 x 27 cm - december 1885) maar ook o.a. gepositioneerd in Antwerpen als "Kade in Antwerpen", december 1885 (van Gogh was op 24-11-1885 juist vanuit Eindhoven naar Antwerpen vertrokken).
De kleine paneeltjes zijn kandidaat om in een schilders kistje meegenomen te worden en de grotere formaten om thuis op het atelier uit te werken? Het blik Pruisisch Blauw wat gevonden is tijdens onze opgravingen in 2007, onder leiding van Nico Arts de stadsarcheoloog, achter de vijver in de Pastorietuin waar de mangelkamer van Vincent van Gogh zich bevond is grondig onderzocht en geanalyseerd door het ICN in Amsterdam in 2008 (zie rapport op deze site van Brabantsheem, www.brabantsheem.nl).
Ook bevatte de verf zinkwit, krijt, bariumsulfaat, colofonium, een rood mensenhaar en marterhaar welke voor penselen door kunstenaars gebruikt worden.
De klonten blauwe verf kwamen ook uit een zwaar verroest blik waarvan ook in Dusseldorff gegevens bestaan.
Marjolein v.d. Berg heeft een documentatiefilm gemaakt "Vincents Verf" waarin de gehele expeditie is vastgelegd op dvd (Nederlands, Engels en Chinees).



   

 
Dr. Annette Klein van de Firma Lukas (voorheen Schoenfeld, zie historisch overzicht) liet mij dit weten op 27 januari 2009 en stuurde enkele pagina’s uit hun archief van 1891 welke de overblijfselen waren na het bombardement op Dusseldorff in de 2e Wereldoorlog in 1943.
De betreffende informatie over Vincent van Gogh en de bestelling van Mineral Blaauw wordt nu gebruikt in hun communicatie. De prijslijsten laten de grote verschillen zien van de pigmenten en verf in die tijd. Het gelakte zinken schilders kistje met inhoud kostte in die tijd een fortuin maar moet Vincent wel het bedrag waard geweest zijn.
 
Het zelfportret van Vincent, JH1090 Parijs voorjaar 1886, laat wel een rechthoekig palet zien zoals die in de schilders kistjes passen. De formaten van de gelakte en rijkelijk gevulde schilderkistjes met alle denkbare benodigdheden varieerden van: 32,5-21cm, 31-15,5cm en 27-9,5cm.
Het is ook niet uitgesloten dan de klonten Pruisisch blauwe verf in het verroeste blik drukinkt van de firma Gestel is geweest of van Jan Baijens.

ANTON KERSSEMAKERS 23-06-1914
Tekent en beschrijft atelier van Gogh bij Koster Schafrat, Heieind te Nuenen.
Brief aan Den Heer Johan Briedé Rijswijk (23-6-1914):
 
"Zoover mij nog mogelijk is voldoe ik gaarne aan Uw aanvrage. Het is echter bijna 30 jaren geleden zoodat mijn herinnering en behalve de persoonlijke wel verdwenen althans vertraagd zijn. Ik noteer hier onder wat mij nog voor de geest staat en moet U verder maar mijn artikel in de Groene zien te behelpen. De kasten waren niet noch antiek het kon trouwens niet kostbaar zijn in zijn bezit, aller getuigde van geld gebrek doch dat hij zich met alles te behelpen maakte veel zelf of liet hij een gewoon timmerman alles maar maken volgens zijn aanwijzingen zooals ezel, schilderskisten, perspektief-raam, stoeltje, alles. Alleen heeft hij een klein schilderskistje van Schoenfeld laten komen. Dusseldorff van gelakt blik en hij had er nogal veel moeite voor moeten doen om het te verkrijgen."
Besteld via Baijens, zelf gaan halen of iemand anders laten meebrengen?
Het schilderskistje was zijn metgezel op zijn reizen en trektochten. En schijnt zowel verf, penselen, palet, flesjes en andere schildersbenodigdheden te bevatten. Ateliertekening:1-2 Banken op manshoogte waarop studies van alles; 3-4 Kasten met vogelnesten, mossen, klompen, enz.; 5 Kachel met een berg van asch er omheen, in alle hoeken boerengereedschap, enz. enz. overal links en rechts op de vloer en op stoelen teekeningen, studies, illustraties vooral "The Geografic” afin, een echte rommelboel. En zoals U ziet, zijn studio was in twee delen en hij werkte daar waar hij het beste licht had."
 
Zie tekening in brief 454.
 

 

 

 

 
.
 
 
Een merkwaardige schilderij "de schilder op weg naar Tarascon" (JH1491). Het is overigens verbrand in de Tweede Wereldoorlog.
 
In zijn brief aan zijn vriend Bernard schreef Vincent van Gogh:

"Verondersteld dat er op andere planeten en zonnen eveneens lijnen, vormen en kleuren zijn, blijft het ons geoorloofd een zekere opgeruimdheid te bewaren met het oog op de mogelijkheid in een ander bestaan onder verhevener omstandigheden te schilderen door een gebeurtenis die misschien niet erger is dan de gedaanteverwisseling van een rups in een vlinder, van de witte larve naar de meikever. Dit bestaan van schilder-vlinder zou als arbeidsveld een van de ontelbare sterren hebben die na de dood niet moeilijker te genaken zouden zijn, dat de stippen die op de kaarten steden en dorpen aangeven, het ons leven hier op aarde zijn."

In een andere brief lezen we:

"Als we de trein nemen naar Tarascon of naar Rouen gaan, nemen we de dood om naar een ster te gaan. Het lijkt me tenslotte niet onmogelijk, dat cholera, niersteen en kanker middelen van hemels vervoer zijn zooals stoomboten, omnibussen en de trein aardse vervoersmiddelen zijn. Rustig van ouderdom sterven zou er te voet heengaan."

Het schilderij toont een schilder, wandelend onderweg naar Tarascon, gepakt en gezadeld met zijn schilderspullen. Er valt geen schaduw, …alleen van hemzelf. Dat is het enige aanknopingspunt waar de zon zou moeten staan. Op het schilderij kijkt "hij" zoals in een camera van onder zijn hoed, alsof daarmee iets aangevende. Een horizontale lijn loopt midden door het schilderij en deelt het eigenlijk in tweeën.
De verre achtergrond is minutieus gedetailleerd met huis, dorp en cipressen.
Voor het perspectief heeft hij zijn hulpmiddelen niet nodig gehad.
De bomen staan "geworteld" op een lijntje.
De kleuren, natuurlijk complementair, alhoewel rood dan ontbreekt ten opzichte van groen of alleen "veel te" rode lippen.
Er zijn al vele psychologische geschriften en verhandelingen gepubliceerd om dit onderwerp uit te leggen trouwens.

Leuk detail is denk ik, dat hij een stukje van zijn schilders kistje in zijn rechterhand vergeten is te vereeuwigen.
Dat kon hij zonder spiegel ook niet zien tussen zijn benen door.
Maar wij wel.

Peter Nagelkerke, februari 2013.