ATELIER ARLES - HET GELE HUIS - VINCENT VAN GOGH

  
Vanuit Parijs vertrok Vincent van Gogh vrij plotseling op 19 februari 1888, na een bezoek met zijn broer Theo aan een expositie en kunstenaar Seurat, en nam de trein naar Arles.
Bij aankomst verblijft hij op een kamer in hotel restaurant Carrel, 30 Amadee-Pichot.
Echter verkast na een kort verblijf naar een kamer bij Caree de la Gare van Joseph en Marie Ginoux 30 place Lamartine.
Hij huurde het "Gele Huis" in Arles voor 15 fr. per maand op 1 mei 1888.
2 Place la Martine en stoffige hoek van de avenue Montmajour vlakbij het spoorlijntje, viaduct, winkels en restaurants en liet het opknappen en voor 20 franc schilderen, richtte het in met meubilair en had ook zelfs later voor 25 fr. gaslicht laten aanbrengen en een gaskachel laten installeren. Het huis had al stromend water.
Op de schilderijen is nog het graafwerk te zien voor de gasleidingen. Hij zou het botergelige huis met groene luiken en blauwe deuren pas op 17 september betrekken.
 
Graag wilde hij kunstenaars uitnodigen om met hem te werken onder de zuid Franse zon met dat mooie licht.
 
Oom Cent uit Princenhage had een erfenis achtergelaten maar niet voor Vincent.
Broer Theo heeft via een omweg toch gezorgd dat Vincent 300 fr. zou krijgen. Vincent moet wel trots zijn geweest op zijn onderkomen want hij heeft het interieur en exterieur meerdere malen vastgelegd in zijn tekeningen, brieven en schilderijen. De kleuren waren steeds zorgvuldig gezocht en gecombineerd zoals in zijn schilderijen, volgens het principe van de complementaire kleuren.
 
De sobere, haast puriteinse inrichting met de schilderijen opgesierd is ook beschreven in diverse boekwerken.
Pierard beschrijft de herinnering van een oude Arlesieenne, Mme Ginouste over de belangstelling voor de vreemde rode schilder met blauwe ogen.
Beschreven zijn ook in de brieven aan Theo: de beschilderde muren met een bleek violette kleur, de vloer met rode blokken, het grenen bed, stoelen, laken en kussens met een zeer helder citroenachtig geel, oranje wastafel en blauwe waskom.
Het schilderij van de slaapkamer (90x72cm, april 1889) is ooit beschadigd door een overstroming van de Rhône tijdens de ziekenhuisopname van Vincent. Hij heeft het gerestaureerd voor Theo en nog een kleinere versie gemaakt voor zijn zus Wil (57,5x74cm).
Vincent wilde er eigenlijk een kunstenaarskolonie of misschien wel een miniatuur kloostergemeenschap van maken en ontmoette een aantal kunstenaars die op bezoek kwamen of zich in de omgeving ophielden zoals Signac, de Deen Pederson en Amerikaan Dodge MacKnight.
 
Het huis had ruimtes met een trapeziumvormige oppervlak en 2 kleine rechthoekige ruimtes boven en een grotere beneden.
De slaapkamer van Vincent boven (vanaf de voorkant aan de linkerzijde) was gezellig ingericht met prenten aan de muur, grenen houten bed, mooi bedlinnen, biezen stoelen.
Je moest door zijn slaapkamer om in de kleinere kamer van Gauguin te komen (2.25 x 3,4 meter). Deze was weelderiger met een notenhouten bed, de beroemde mooie stoel en vloerbedekking en gaslamp aan de muur.
 
 
 
Vincents scheve kamer had een tafeltje met wat spullen om zich te wassen en scheergerei in de hoek. Aan de achterzijde waren nog 2 kleine ruimtes.
 
Beneden was het ingerichte atelier met een ingang aan de voorzijde en doorgang naar een keuken. Er was een mogelijkheid om veelvuldig koffie te zetten en na de komst van Gauguin, die een goede kok was blijkbaar, werd er thuis ook gekookt zoals onder andere krabgerechten.
 
Hij had ook een ladekastje en keukenspullen aangeschaft zodat ze thuis konden eten en spaarzaam met hun geld omgaan om wat geld over te houden voor wat ze noemden "de hygiëne".
 
Het atelier had een rode tegelvloer en was ongeveer 7 meter lang met ramen aan de voorzijde waardoor je op de publieke tuinen van Place Lamartine kon uitkijken. Aan de straatzijde was een geblokkeerde hoofdingang tussen 2 panden, maar je kon via het atelier naar de slaapvertrekken, via een trap en overloop.
Volgens Louis Pierard die indertijd nog met veel tijdgenoten heeft gesproken zoals de dokter in Arles na Vincents eerste aanval en het huis bezocht (nog voor 1929) waren de muren toen bedekt met een dikke laag kalk over de fresco’s waarmee Vincent zijn muren decoreerde.
Met zakmessen was door toeristen wat gele en blauwe verf tevoorschijn "geroepen".
 
De bouwtekeningen (plaatje 1 en plaatje 2)  heb ik in augustus 2002 verkregen door een bezoek te brengen aan mr. Fiego van het Cadastre in Arles, 5 Rue du Cloitre.
Architect Leon Ramser, 62 Avenue Monmajour, Arles en hertekend door Pierre de Trille.
 
Zijn belangrijkste gast is dus wel Paul Gauguin geweest die er vanaf 23 oktober 63 dagen zou verblijven tot 24 december na de dramatische gebeurtenissen met Vincents zelfverwonding op de 23e aan zijn oorlelletje.
Na de verblijven in ziekenhuis en inrichting vertrekt Vincent op 16 mei 1890 richting Parijs en na enkele dagen naar Auvers sur Oise op 20 mei.
 
De vele werken die hij zou maken kwamen bij Theo terecht, op een aantal tentoonstellingen, maar ook verkocht aan Pere Tanguy en "de de Rode Wijngaard" aan Anna Boch de zus van zijn vriend Eugene Boch en natuurlijk wat Vincent steeds had weggeschonken.
Het "Gele Huis" is verwoest tijdens de bombardementen op 25 juni 1944.
 
Peter Nagelkerke, februari 2013.
 
Bronvermelding:
  • Verworven via Cadastre Arles mr. R.Fiengo 5 Rue du Cloitre.Gele huis en plattegrond\Arles enPavillion de Vincent Gustave Coquiot (ca 1920-1923).
  • Louis Pierard-Vincent een kunstenaarsleven 1929.
  • Van Gogh & Gauguin-Het atelier van het Zuiden.
  • Waanders-2e plattegrond en huisfoto Coquiot.
 
Afbeelding invoegen
 
Afbeelding invoegen

 
Afbeelding invoegen